Techniek & Technologie leerjaar 1
Werkstuk Uitvindingen
Technologie & Produceren
Werkstuk Uitvindingen
Technologie & Produceren
Heb je de film gezien van de introductieles?
Nee, klik dan hier. Toch wel, dan weet je dat de mens door de eeuwen heen, heel veel grote en kleine uitvindingen heeft gedaan.
Al die uitvindingen hebben mogelijk gemaakt dat wij nu zoveel techniek om ons heen hebben en daardoor een comfortabel leven.
Ongeveer 4000 voor Christus: Ploeg, weefgetouw en bijl
Ongeveer 3000 voor Christus: Schrift
Ongeveer 3000 voor Christus: Start van de Bronstijd
Ongeveer 3200 voor Christus: Zeil
Ongeveer 3500 voor Christus: Wiel
Ongeveer. 2000 voor Christus: Zaag
Ongeveer 1200 voor Christus: Start IJzertijd
Ongeveer 1100 voor Christus: Harnas
Ongeveer 700 voor Christus: Olielamp
Ongeveer 300 voor Christus: Waterrad
214 voor Christus: Kanalen
Ongeveer 200 voor Christus: Maliënkolder
Ongeveer 100 voor Christus: IJzeren ploegschaar
Ongeveer 100: Schaar
Ongeveer 600: Windmolen
Ongeveer 780: Schoepenrad
Ongeveer 900: Buskruit
1044: Kompas
Ongeveer 1200: Scheepsroer
Ongeveer 1280: Bril
Ongeveer 1320: Kanon
1335: Slaande klok
Ongeveer 1455: Boekdrukkunst
Ongeveer 1600: Microscoop
1608: Telescoop
1620: Duikboot
1623: Rekenmachine
1657: Slingeruurwerk
1712: Stoommachine
1714: Kwikthermometer
Ongeveer1730: Sextant
1764: Spinmachine
1783: Heteluchtballon
1796: Vaccin
1800: Batterij
1804: Stoomlocomotief
1816: Fiets
1816: Stethoscoop
1837: Telegraaf
1839: Fototoestel
1846: Stiksteeknaaimachine
1851: Koelkast
1859: Spectroscoop
1862: Pasteuriseren
1867: Dynamiet
1870: Dynamo
1876: Telefoon
1879: Gloeilamp
1883: Auto met verbrandingsmotor
1894: Radio 1900 Zeppelin
1902: Stofzuiger
1907: Wasmachine
1903: Vliegtuig
1913: De lopende band
1915: Tank
1926: Spuitbus
1927: Televisie
1928: Penicilline
1935: Radar
1936: Helikopter
1937: Supermarktwagentje
1945: Atoombom
1946: Chemotherapie
1947: Eerste supersonische bemande vlucht
1953: Hart-long machine
1954: Kerncentrale
1957: Satellieten
1958: Laser
1958: Pacemaker
1959: In-vitrofertilisatie
1961: Eerste fabriek met robots (Unimate, General Motors)
1961: Eerste mens in de ruimte
1962: LED lamp
1963: Internet
1964: Computermuis
1967: Harttransplantatie
1969: Eerste mens op de maan
1971: Keukenmachine
1972: Genetische Manipulatie
1973: Drone
1977: Personal Computer
1980 Mobiele telefoon
1981: Space shuttle
1982: Compact Disc (cd)
1985: Chirurgische robot
1987: Tissue engineering, celkweek
1990: MRI-scanner
1991: World Wide Web
1996: Schaap Dolly gekloond
1997: Computer Deep Blue verslaat schaakkampioen Garry Kasparov
1998: ‘Robotspeeltje’ Furby doet intrede in huishoudens
1998: Stamceltherapie
2000: 3d printer
2001: Eerste commerciële humanoïde robot (HOAP-1)
2001: Senseo koffiezetapparaat
2003: Menselijk genoomproject afgerond (HGP)
2004: Eerste cyborg, Neil Harbisson
2005: Project ”Blue Brain” start om brein te simuleren
2007: Bionische oog
2007: Smartphones
2008: Memristor
2014: Google Glass
201?: Killer Robots?
202?: Mens op Mars?
202?: Computers doorstaat Turing Test?
Je moet een werkstuk maken over een uitvinding.
Je kiest zelf over welke uitvinding je werkstuk zal gaan.
Kijk bij de Tijdlijn van Uitvindingen;
Kies een uitvinding waarover jij je werkstuk gaat maken;
Wil jij over een andere uitvinding een werkstuk maken, vraag dan eerst de docent of je keuze goed is;
Gebruik internet, boeken en mensen die je kent om je te helpen met de antwoorden en om er een zeer net werkstuk van te maken.
Hoe moet je werkstuk er uitzien?
Hieronder zie je de hoofdstukken van je werkstuk.
Klik op de pijl om bij elk hoofdstuk te zien waar het over moet gaan.
In dit hoofdstuk vertel je zoveel mogelijk feiten over de uitvinding.
Dus:
Wanneer is de uitvinding gedaan?
Door wie?
Was dat een man of een vrouw;?
In welk land woonde hij/zij?
Wat was zijn/haar beroep?
Wat heeft hij/zij nog meer uitgevonden?
Van welke materialen wordt het gemaakt?
Wordt het nu nog op dezelfde manier gemaakt en gebruikt als vroeger?
Wat is er precies verandert aan de uitvinding, in de loop van de tijd?
Enzovoort.
In dit hoofdstuk vertel je zoveel mogelijk achtergrond over de uitvinding.
Dus:
Welk probleem heeft de uitvinding opgelost?
Wat is er mogelijk geworden wat daarvoor niet mogelijk was?
Wie maken gebruik van de uitvinding?
Wordt de uitvinding ook gebruikt in uitvindingen die erna kwamen?
Enzovoort.
In dit hoofdstuk vertel je over de toekomstverwachtingen van (het gebruiken van) deze uitvinding.
Er zijn veel uitvindingen gedaan die als mislukt gezien worden, klik hier voor voorbeelden.
Veel andere uitvindingen worden steeds weer aangepast en verbeterd.
Wat zijn de toekomstverwachtingen van deze uitvinding:
Volgens deskundigen die je op internet kunt vinden?
Volgens je ouders?
Volgens een vriend of vriendin?
En hoe denk je zelf dat de toekomst van deze uitvinding er uit zal zien?
Op de voorkant* staat:
Een toepasselijke afbeelding;
je naam;
je klas;
je docent(en)
Er is een pagina met een inhoudsopgave met alle hoofdstukken van je werkstuk en daarachter het nummer van de pagina.
Er is een pagina met een inleiding waarin staat:
voor welke uitvinding je kiest;
waarom je voor deze uitvinding kiest;
wat je er al van weet;
hoe je het vond om van alles uit te zoeken over een uitvinding en dat in een net werkstuk op te schrijven?
In drie hoofdstukken behandel je:
1: De feiten
2: De achtergrond
3: De toekomst
Je maakt een pagina met 'Bronnen'.
Dat is een lijst van Boeken, tijdschriften websites, mensen die je geholpen hebben, of plaatsen die je bezocht hebt om antwoorden te krijgen op je vragen (zoals een museum of een bedrijf).
Je maakt je werkstuk in Google Documenten, of in Google Presentaties, of in Google Sites
Je gebruikt goede Nederlandse zinnen
Je gebruikt de spellingcontrole
Je voegt automatische paginanummers in
Je zorgt voor een mooi lettertype en ruim voldoende afbeeldingen
LET OP: Je werkstuk moet een goede naam hebben met onderstaande volgorde:
(en ook precies in deze volgorde)
Lever je werkstuk in, in Classroom.