2: Onderzoek

Om iets te maken moet je onderzoeken:

A: Welke ideeën bestaan al voor een probleem als dit?

B: Welke materialen zou je allemaal kunnen gebruiken?

C: Welke materialen zijn het beste om te gebruiken en waarom?

D: Zijn er ook heel andere oplossingen te bedenken?

3: Ideeën bedenken

Hoe zou je dit kunnen aanpakken, welke oplossingen kies jij?

Bedenk minstens 3 verschillende oplossingen.

Maak van elke oplossing die je bedenkt een nette tekening (schets).

4: Prototypen maken*

Een prototype is een proefmodel van wat je uiteindelijk wilt gaan maken

Een prototype hoeft er nog niet super-netjes uit te zien.
Het moet wel zo goed mogelijk laten zien hoe de oplossing van het probleem er uit gaat zien. 

5: Testen van een prototype

Dit is de fase waarin je kijkt of het prototype het probleem oplost:

Ja → werk je prototype netter uit en verbeter het.
(Er valt altijd wat te verbeteren.)

Nee → zoek naar (andere) oplossingen, verbeter het model en maak een nieuw prototype.

Maak zoveel prototypen als mogelijk of nodig is om je oplossing goed te kunnen uitleggen aan de opdrachtgever.